Riolering in India

Niemand in India geeft om de poepschrapers

Reportage | Riolen Nog steeds laat India de Valmiki’s, mannen en vrouwen op de bodem van het kastenstelsel, in de stront zakken. Letterlijk. Handmatig rioolreinigen is allang verboden, maar het gebeurt toch, met doden tot gevolg.

De 26-jarige Joney maakt riolen schoon in Ghaziabad, een voorstad van de Indiase hoofdstad New Delhi.Foto Rajat Gupta/EPA 

De uitwerpselen die langsdrijven. De witte schuimlaag die alles bedekt en die zijn huid doet branden. Die warme, zure geur van rot en poep en drek die hem steeds weer doet denken dat hij gaat stikken. Het riool is geen plaats voor mensen, dat weet Rakesh, 40. Maar hij moet eten. En dit is wat zij doen.

Met ‘zij’ bedoelt Rakesh zijn gemeenschap, de Valmiki’s. De mannen en vrouwen op de bodem van het complexe kastesysteem dat voor veel Indiërs nog altijd dicteert wie wat mag dragen, wie met wie mag trouwen en wie welk werk doet. Preken en lesgeven is voor Brahmanen. Stront scheppen en riolen ontstoppen voor Valmiki’s.

Niemand had Rakesh, lang en dun en met een permanente frons, ooit verteld dat er gevaar dreigde in de smalle rioolputten waarin hij zich dagelijks liet zakken. „Ik maakte mijn eigen inschatting”, zegt hij. Die zondagmiddag in augustus kreeg hij daar de kans niet toe.

Terwijl het nieuwe India van premier Narendra Modi doorstoomt richting een moderne wereldeconomie, compleet met ‘smart cities’ en een eigen ruimteprogramma, bewijzen mannen als Rakesh dat het oude India anno 2019 nog springlevend is. Ze behoren tot statistieken waar politici liever niet over praten.

Vijftig, bijvoorbeeld: het aantal mannen dat volgens een speciale commissie in de eerste helft van dit jaar stierf terwijl ze in het riool werkten, gestikt in de giftige gassen die er hingen. Tegen de landelijke krant The Indian Express zei de commissievoorzitter dat het werkelijke aantal waarschijnlijk hoger ligt: de cijfers komen van slechts een fractie van de deelstaten.

Manual scavenging, handmatig reinigen, zoals deze praktijk heet, is sinds 1993 verboden in India. Maar zoals wel vaker blijken oude gebruiken sterker dan wetten. De schattingen lopen uiteen van tienduizenden tot enkele miljoenen Indiërs die nog altijd drek uit riolen schrapen, voor niet meer dan een paar euro per dag en zonder enige bescherming.

Ieder jaar weer vallen daarbij tientallen doden. De speciale commissie die de naleving van het verbod moet controleren, telde er iets meer dan 800 sinds 1993. Maar in een klein kantoortje in het noorden van Delhi vertellen grote stapels papieren dossiers een ander verhaal. Ze liggen bezaaid over de grond, op bureaus en in kasten. Ieder dossier is een leven dat eindigde in het riool, meer dan duizend in totaal.

„Dat zijn de zaken waarvan we documenten hebben, zoals politierapporten en overlijdensaktes”, zegt Bezwada Wilson, 53. Zijn organisatie Safai Karmachari Andolan (Beweging van Sanitair Werkers) begon een paar jaar geleden met het aanleggen van een database die inmiddels drie decennia bestrijkt.

Gemakkelijk is dat niet. Vrijwilligers in het hele land registreren de stoffelijk overschotten en zoeken nabestaanden op. Ze verzamelen bewijs dat de sterfgevallen géén ongeluk waren, zoals achteraf vaak de officiële lezing is. „Er is geen enkele transparantie”, foetert Wilson, wiens vader poep schepte uit wc’s zonder afvoer. „Zelfs niet wanneer er doden vallen.”

Dat komt mede doordat de meesten van hen dit werk informeel doen, ingehuurd door aannemers en onderaannemers die weten bij wie ze moeten zijn voor dergelijke klusjes.

Verlegenheid

Rakesh was net een hamer gaan halen. Wacht op mij, had hij tegen de andere drie jongens gezegd. Maar toen hij niet veel later terugkeerde naar het mansbrede gat in de weg in het zuiden van Delhi had zich daaromheen een meute verzameld. De drie hadden niet gewacht. Eén voor één waren ze in de zes meter diepe rioolput verdwenen.

En één voor één waren ze flauwgevallen.

Misschien kon Rakesh hen nog redden, zeiden omstanders. Gestript tot zijn onderbroek en met een touw om zijn middel liet hij zich naar beneden zakken. Vrijwel meteen voelde ook hij zijn hoofd zwaar worden, zijn ogen wegdraaien. Hij schreeuwde, er werd van boven aan het touw getrokken. Aan het einde van de dag had alleen Rakesh het overleefd.

Het was die zomer in 2017 niet het enige incident dat de lokale regering in Delhi in verlegenheid bracht. In iets meer dan een maand tijd vielen tien doden in riolen en septische tanks verspreid over de hoofdstad. En ook daarna liep de teller door.

Begin dit jaar presenteerde de regering samen met de Delhi Jal Board (verantwoordelijk voor het riool en waterwerken in de hoofdstad) met veel bombarie haar oplossing: een vloot van wat uiteindelijk tweehonderd reinigingsmachines moeten worden. Ze zijn speciaal ontworpen om zich een weg te kunnen banen door Delhi’s talloze smalle straten en steegjes, daar waar de oude machines van de DJB niet konden komen, te groot, te log, zodat de telefoons van rioolwerkers als Rakesh bleven rinkelen.

De nieuwe vloot kwam er na een aanbestedingsprocedure waarbij nabestaanden van overleden rioolreinigers voorrang kregen. In ruil voor een goedkope lening en zeven jaar gegarandeerd werk voor de Delhi Jal Board konden zij een machine op hun naam laten zetten om zo financieel zelfredzaam te worden.

Zo’n honderd van deze helblauwe machines rijden inmiddels door de hoofdstad, waarvan zeven een nabestaande als eigenaar hebben. Op de lijst staat ook één overlevende: Rakesh.

Joney (26) wast zichzelf nadat hij een riool heeft schoongeschraapt in Ghaziabad.Foto Rajat Gupta/EPA

Mange Ram en Brijesh gooien het afval weg dat Joney (niet te zien op de foto) uit het riool heeft gehaald. Foto Rajat Gupta/EPA

„Het is een begin”, zegt mensenrechtenactivist Ashif Shaikh. „Maar het probleem is niet alleen technologie of het gebrek daaraan.” Zijn organisatie Jan Sahas analyseerde ruim vijftig rioolincidenten waarbij tussen 1992 en 2018 bijna honderd doden vielen. Slechts in een derde van de gevallen was überhaupt een politierapport opgesteld.

„De rest kreeg het label ‘dood door ongeluk’”, zegt Shaikh. „Maar dit zijn geen ongelukken. De mensen die hen het riool in sturen, weten dat dit illegaal en levensgevaarlijk is.” Toch werd niemand vervolgd.

Lees ook:de laagstgeplaatsten in India roeren zich. Een nieuwe generatie leiders gaat voorop in het protest

Ook de verantwoordelijk minister gaf onlangs desgevraagd in het parlement toe dat tot op heden niemand is veroordeeld voor het inzetten van ‘handmatige reinigers’. Terwijl de wet die deze praktijk illegaal maakt, in 2013 nog eens werd aangescherpt.

„Niemand is geïnteresseerd dit daadwerkelijk te implementeren”, aldus Shaikh. Vanwege de mensen om wie het gaat: „Dit zijn de onaanraakbaren binnen de onaanraakbaren” legt de activist uit, verwijzend naar een in het verleden gangbare bijnaam voor de Dalits, waaronder de Valmiki’s vallen.

Een goed voorbeeld zijn de Indiase Spoorwegen, die volgens de speciale overheidscommissie op dit gebied nog altijd op grote schaal Valmiki’s zouden inzetten om de stront van het spoor te schrobben, niet zelden via allerlei tussenmannetjes. Ook dat werk hoort volgens de aangescherpte wet door machines te worden uitgevoerd. De Spoorwegen vallen onder de overheid.

RIOLENOOK STEEDS MEER MACHINES

Het werkt als volgt: de eigenaren van de machines hoeven zich niet bezig te houden met de operationele werkzaamheden, dat wordt overzien door een tussenbedrijf. 5 procent van de opbrengst gaat naar hen, de rest is voor de eigenaren. Volgens de organisatie die het project leidt verdienen die omgerekend zo’n 500 euro per maand, na aftrek van hun bankaflossing en operationele kosten. Een soortgelijk project ging vorig jaar in de Indiase stad Hyderabad van start.

„Het komt aan op politieke wil”, zegt Shaikh. „Zolang het kaste-gerelateerde stigma niet wordt aangepakt en deelstaten het probleem blijven ontkennen, blijven er doden vallen.”

Nooit gezien

Te midden van toeterende tuktuks en rondzwermende vliegen laat Kailash Kumar, 28, zich aan de armen van twee collega’s in een rioolput zakken. Een iel lijf, gekleed in niets meer dan een afgeknipte trainingsbroek en plastic zak over zijn haren. Secondenlang kijkt hij ongemakkelijk omhoog, rillend door het gitzwarte water dat tot zijn schouders komt.

Dan gaat-ie aan het werk.

Terwijl de straat vol is met mensen, kijkt niemand op of om. Als er al verbaasde blikken zijn, dan zijn die voor de witte vreemdeling met een notitieboekje in haar handen. Die zijn ze in deze buurt in het noordwesten van Delhi niet gewend. Jongemannen als Kumar duidelijk wel.

Al wil niet iedereen dat toegeven. Hij ziet dit voor het eerst, bromt een man vanachter zijn kar vol mango’s die naast de rioolput is geparkeerd. Onzin, zegt de grijzende eigenaar van een nabijgelegen winkeltje. Hij wil best toegeven dat ze Kumar en zijn collega’s bellen zodra hevige regens de straten hier weer eens kuitdiep onder water zetten.

Ze hebben geen keus, zegt hij. Deze wijk is – zoals zovele in Delhi – illegaal gebouwd. Het rioolsysteem betaalden de bewoners uit eigen zak. Volgens de verkoper weigert de Delhi Jal Board daarom naar hen toe te komen. „We bellen, maar er gebeurt niets.” En Kailash Kumars ‘baas’ , die gehurkt over de rioolput hangt, neemt altijd op.

Indiase activisten en de nabestaanden van een poepschraper die tijdens het werk omkwam, demonstreren in New Dehli.Foto Rajat Gupta/EPA

Bron